De opleiding bestaat uit meerdere trainingsdagen en is opgedeeld in zes modules. Aan het eind van de modules volgt de proeve van bekwaamheid.
Module 1: Achtergronden en wettelijk kader (1 dag)
Op dag 1 starten we met de juridische basis van de Jeugdwet waarbij de vertaling gemaakt wordt naar de dagelijkse uitvoeringspraktijk. We zorgen voor een goede afwisseling van theorie en actieve werkvormen.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- de transitiegedachte;
- visie en uitgangspunten van de Jeugdwet;
- de Jeugdwet in internationaal perspectief;
- taken van de gemeente;
- terminologie en belangrijke begrippen;
- de jeugdhulpplicht van gemeenten;
- de verschillende vormen van ouderschap;
- de doelgroep;
- leeftijdsbeginsel;
- toestemmingsvereiste voor het verlenen van jeugdhulp;
- het woonplaatsbeginsel;
- samenwerkingspartners;
- samenwerken en het delen van gegevens;
- de toegangsmogelijkheden voor de jeugdhulp;
- financieringsvormen.
Module 2: Het onderzoek (3 dagen)
In deze driedaagse module wordt er met behulp van casuïstiek ingezoomd op het proces van aanvraag tot besluit. We maken de koppeling met de Algemene wet bestuursrecht wanneer het gaan om de definiëring van belanghebbende en onderzoekstermijnen. Vervolgens werken we de verschillende onderzoekstappen uit, die geformuleerd zijn door de Centrale Raad van Beroep, en pellen we het recht op jeugdhulp af met behulp van kennis over eigen kracht, voorliggende voorzieningen en afbakening van de wetgeving binnen het sociaal domein.
We sluiten af met aandacht voor de richtlijnen jeugd van het NJI en hoe je deze toepast in de praktijk.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- De aanvraag tot jeugdhulp;
- Het onderzoek:
- De hulpvraag;
- Zorgen en beperkingen;
- Beoordelen van de aard en omvang van de benodigde hulp;
- Het raadplegen van deskundigen;
- Beslissen over het recht op jeugdhulp;
- Eigen kracht;
- Vrij toegankelijke jeugdhulpvoorzieningen;
- Werken met de richtlijnen jeugd van het NJI
De afbakening met andere wetten binnen het sociaal domein:
- Wet maatschappelijke ondersteuning;
- Zorgverzekeringswet;
- Verlengde Jeugdwet;
- Wet langdurige zorg;
- Wet op het passend onderwijs;
- Verlengde Jeugdwet.
Module 3: Verschillende vormen van Jeugdhulp (2 dagen)
Dag 1 geeft je inzicht in de route die je als jeugdconsulent aflegt wanneer hulpverlening in een gedwongen kader is geïndiceerd. Ook hebben we aandacht voor de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Dag 2 zoomen we in op jeugdhulp binnen een complexe echtscheiding en jouw rol en positie als jeugdconsulent hierin.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- Jeugdhulp vanuit het gedwongen kader:
- Jeugdbescherming;
- Jeugdreclassering;
- De jeugdbeschermingstafel
- Werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;
- De dynamiek van de complexe echtscheiding;
- De verschillende aspecten die meespelen in een (conflict)scheiding voor de kinderen en ouders (juridisch, relationeel, ouderschap en veiligheid)
- Het beoordelen van de fase van het conflict aan de hand van de escalatieladder van Glasl;
- Het belang van duidelijke afspraken;
- Het afbakenen van je taak als jeugdconsulent;
- Passende interventies;
- Juridische procedures.
Module 4: Rapporteren en beschikken (1 dag)
Op deze dag staan we stil bij de opbouw van het gezinsplan/ ondersteuningsplan. Je leert rekening te houden met het taalniveau van de inwoner, je advies te onderbouwen en hoe je een beschikking schrijft.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- De opbouw van het ondersteuningsplan/gezinsplan;
- Verschillende taalniveaus;
- Burgergericht schrijven;
- Het gebruik van informatie van derden;
- Het scheiden van feiten en meningen;
- Het schrijven van een krachtige analyse;
- Werken met doelen en resultaten;
- Het schrijven van een beschikking;
- Bezwaar en beroep.
Module 5 Regie (1 dag)
Als jeugdprofessional ben je de spin in het web rondom de jeugdhulptrajecten van gezinnen. Je hebt te maken met verschillende samenwerkingspartners en belangen. Van jou wordt verwacht dat je hierin een leidende positie neemt. Je leert het verschil tussen casus- en procesregie en hoe je je positie behoudt naar alle betrokkenen.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- Het verschil tussen casusen procesregie;
- Het organiseren van een casusoverleg;
- Het inventariseren en afwegen van belangen;
- Het formuleren van een gezamenlijk doel;
- Het delen van verantwoordelijkheid;
- Valkuilen.
- Het herkennen van patronen mbv de dramadriehoek.
Module 6 Gespreksvoering (2 dagen)
In deze module bieden wij je twee actieve cursusdagen aan. Naast verdieping op de theorie gaan we vaardigheden oefenen. Op de laatste (mid)dag oefen je een (deel van een) gesprek met een acteur.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- De structuur en fasering van het gesprek;
- Engageren en positioneren;
- Hoe voer je het gesprek met een jeugdige (en het gezin)?;
- Gespreksvaardigheden;
- Het gebruik van hulpmiddelen;
- Reflectief luisteren;
- In gesprek over zorgen;
- Omgaan met weerstand;
- Oefenen met een acteur.
Proeve van bekwaamheid (1 dagdeel)
De proeve van bekwaamheid bestaat uit een kennistoets en een praktijkgedeelte. In de kennistoets worden vragen gesteld over de inhoud van alle modules. Deze toets maak je thuis. Voor het praktijkgedeelte kom je naar onze locatie in Utrecht. Je gaat in gesprek met een inwoner. Dit kan een jeugdige of een ouder zijn. Deze wordt gespeeld door een ervaren trainingsacteur. Van tevoren krijg je een casus zodat je je hier thuis op kunt voorbereiden. Na het gesprek krijg je je beoordeling en wordt er feedback gegeven zodat je weet waar je krachten en ontwikkelpunten liggen. Het laatste onderdeel van de proeve is het schrijven van een ondersteuningsplan en een reflectieverslag. Thuis verwerk je de gegevens uit het gesprek in een rapportage en maak je een reflectieverslag van het gesprek. Deze worden nagekeken door de docent en ook hierop krijg je feedback.
Evaluatie
De beoordelaar geeft voor alle onderdelen een score. Wanneer je alle onderdelen van de proeve voldoende hebt gescoord, krijg je je certificaat.