Kinderen en jeugdigen betrekken in het onderzoek naar recht op jeugdhulp zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Zij staan immers centraal bij de hulpverlening die wordt ingezet. Toch zien we in de praktijk dat er met name met ouders wordt gesproken over het kind in plaats van met het kind zelf. Dit zien we ook terug uit de rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd die ze opmaken vanuit hun toezichtstaak. Daarnaast houden gemeenten vaak de leeftijdsgrenzen van het toestemmingsvereiste voor de inzet van jeugdhulp aan om het kind te betrekken bij de uitvraag. Maar toestemming geven voor hulp is natuurlijk wat anders dan het kind betrekken bij het onderzoek om helder te krijgen hoe het gaat en wat hij zelf graag wil. Het uitgangspunt voor de inzet van hulp is immers dat het belang van het kind voorop staat. Om hier een goede beoordeling in te maken kun je niet zonder het kind. Het IVRK is hier heel helder over. Een kind mag zijn mening geven en meedenken over beslissingen die hem of haar aangaan. Dit recht is niet leeftijdsgebonden.
Bender heeft mede naar aanleiding van de inspectierapporten een training ontwikkeld waarin handvatten worden geboden om deze gesprekken per leeftijdscategorie op een goede manier vorm te geven. Hierbij wordt de koppeling gemaakt naar de wettelijke onderzoeksplicht en wordt er onder andere stil gestaan bij de weerstand die je kunt tegenkomen vanuit bijvoorbeeld ouders.