Dag 1 - Kader van het sociaal domein
- visie en uitgangspunten sociaal domein;
- afbakening en samenwerking van wetgeving binnen het sociaal domein (Wet maatschappelijke ondersteuning / Jeugdwet / Schuldhulpverlening / Participatiewet);
- afbakening en samenwerking van wetgeving, aanpalend aan het sociaal domein (Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg);
- omgaan met persoonsgegevens en privacy;
- wat cliëntondersteuning concreet betekent;
- bevorderen van zelfredzaamheid en participeren nader belicht;
- hoe een integrale toegang eruit zou kunnen zien;
- welke partijen betrokken zijn bij de toegang en de uitvoering van deze wetten;
- de effectiviteit van het werken binnen het sociale domein.
Dag 2 - Oorzaak schulden en het proces naar oplossingen
De integrale professional zal regelmatig te maken krijgen met mensen met schuldenproblematiek. Het aanpakken van deze problemen vraagt om een integrale benadering. De oorzaak van schulden ligt namelijk niet vaak in de financiën. Waar deze oorzaak wel ligt en hoe deze problemen aangepakt kunnen worden leer je op dag 2. De basiskennis van schuldhulpverlening wordt behandeld. Zo kan je mensen met schuldenproblematiek goed ondersteunen en op weg helpen naar een schuldenvrije toekomst.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- de beslagvrije voet;
- ontstaan van schulden (4 soorten);
- financiële problemen herkennen;
- het proces van schuldhulpverlening;
- de positie van de generalist in het schuldhulpverleningstraject;
- stress sensitiviteit;
- niet-saneerbare schulden en overige schulden die een schuldsanering in de weg staan of niet onder het schone lei beginsel vallen.
Dag 3 - Vraagverkenning en mogelijkheden in het voorliggend veld
Binnen de Toegang is het belangrijk om de vraag achter de vraag van de inwoner/ het gezin concreet te maken. Het doel van de wetgeving is het bevorderen van de zelfredzaamheid. Wat zijn de mogelijkheden op eigen kracht?
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- het belang van de vraagverkenning vanuit verschillende levensdomeinen;
- wat zijn de mogelijkheden op het gebied van welzijn -wonenwerkenetc?;
- wat is zelfredzaam-zijn?;
- visualiseren van de vraagverkenning in samenspel met de inwoner en zijn omgeving, en met de jeugdige en zijn gezin;
- algemene voorzieningen en de sociale kaart;
- preventie en lokale ondersteuningsmogelijkheden;
- netwerkbenadering;
- vrijwillige ondersteuning en vrijwilligers;
- waardendriehoek en oplossingsgericht werken.
Dag 4 - Maatwerkondersteuning voor volwassenen en jeugd
Als integraal professional ben je een toegangspoort voor ondersteuning en zorg. Dat is de reden dat je op de hoogte moet zijn van voorliggende mogelijkheden en zicht moet hebben op de voorzieningen op indicatie.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- hulp bij huishouden;
- individuele begeleiding en dagbesteding;
- rolstoelen en vervoersvoorzieningen;
- losse woonvoorzieningen en woningaanpassingen;
- jeugdhulpvoorziening binnen het vrij toegankelijk kader zoals onderwijs & opvang, ketenpartners zoals GGD (jeugdarts) en consultatiebureau;
- jeugdhulpvoorzieningen op indicatie zoals, begeleiding op school en bij de opvoeding, begeleiding ter verbetering zelfredzaamheid en dagbesteding, persoonlijke verzorging en verpleging;
- bijzondere bijstand en de bijstandsuitkering;
- mogelijkheden op het gebied van dagbesteding en vrijwilligerswerk;
- mogelijkheden voor ondersteuning bij schulden.
Dag 5 en 6 - mogelijkheden en beperkingen voor mensen met een fysieke, psychische, psychiatrische, cognitieve en geriatrische beperking
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- inzicht in ziektebeelden;
- welke aandoeningen komen veel voor en wat zijn de beperkingen van deze doelgroep;
- hoe herken je deze doelgroep;
- hoe sluit je aan bij (het gespreksniveau) van de inwoner;
- welke omgangstips en attitude zijn toe te passen in het gesprek;
- inzicht in sturen op mogelijkheden.
Dag 7 - Meldcode en veiligheid
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- veiligheid van inwoner (suïcide, automutilatie, verslaving);
- veiligheid van medewerker tijdens huisbezoek (wanneer is situatie onveilig, tips wat je kunt doen of juist moet laten);
- veiligheid van medewerker bij agressief gedrag van inwoner zowel tijdens huisbezoek of aan de telefoon;
- meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en agressieprotocol.
Dag 8 - Kort en bondig rapporteren
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- de voorwaarden waaraan een rapport en beschikking moet voldoen;
- bewustwording van de doelen van de beschikking;
- valkuilen en tips bij het schrijven van de beschikking (omvang, taalgebruik, inhoud, uniformiteit);
- bewustwording van de lezer en hoe zij de beschikking ervaren;
- kennis over schrijfstijl: pakken schrijven, eenvoudig schrijven, persoonlijk schrijven;
- deugdelijke motivering schrijven.
Dag 9 en 10 - gespreksvaardigheden
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- structuur en inhoud van het gesprek;
- wat zijn de doelen van het gesprek en wat is de juiste gesprekshouding;
- welke gespreksvaardigheden maken een open dialoog mogelijk;
- onderzoeken van de beweegredenen van je gesprekspartner;
- hoe doe je een kwalitatief goed onderzoek (BOB-model);
- omgaan met weerstand;
- motiverende gesprekstechnieken;
- oordeelloos luisteren;
- casuïstiek oefenen met acteur.
Proeve van bekwaamheid
De proeve van bekwaamheid bestaat uit een kennisgedeelte en een praktijkgedeelte. In de kennistoets worden vragen gesteld over de inhoud van alle modules. Deze toets maak je thuis. Je krijgt van de docent persoonlijk een reactie.
Daarna voer je de praktijkopdracht uit het voeren van een gesprek. Van tevoren krijg je gegevens van een burger en je kunt je thuis hierop voorbereiden.
Na het gesprek krijg je de gelegenheid te reflecteren op je werkwijze en hoor je van de acteur en van de beoordelaar hoe zij vonden dat het gesprek is gegaan. Je krijgt waardevolle tips mee waardoor je gesprekken met burgers hierna nog beter gaan verlopen. Het laatste onderdeel van de proeve is het maken van een rapportage. Thuis verwerk je de gegevens uit het gesprek in een rapportage. Deze wordt nagekeken door de docent en ook hierop krijg je feedback. De beoordelaar geeft voor alle onderdelen een score en aan de hand daarvan wordt bepaald of je de proeve met goed gevolg hebt afgelegd.